In memoriam
Elisabeth Catharina Hendrika (Liesbeth) van Ginneken
18-04-1966 | 04-06-2019
Op 53-jarige leeftijd is de veelzijdig kunstenaar Liesbeth van Ginneken overleden na een noodlottig ongeval. Zij was 29 jaar kunstschilder en droeg bij aan het succes van Suitehotel Pincoffs, waar zij verantwoordelijk was voor de inrichting van de Art Suite.
Voor deze suite maakte ze in 2007 een monumentaal schilderij van vier bij drie meter: Gespreid Bedje. Ze werkte er, tijdens de verbouwing van Hotel Pincoffs, ruim drie maanden aan. Ze moest daarbij het nodige doorstaan. De koude winter zorgde voor dagen dat ze haar vingers nauwelijks nog kon buigen. De olieverf die ze gebruikte, werd hard van de kou. Met de warmte van gehuurde heaters kwam er een beetje souplesse terug in zowel de vingers van de kunstenaar als in de verf.
Liesbeth van Ginneken was tevens verantwoordelijk voor de inrichting van de gehele suite van 68m2 met twee badkamers, een ontvangstkamer en een slaapkamer. Zij bedacht een aansprekend plan dat de in het hotel aanwezige Rauwe Romantiek als hoofdthema had.
Hergebruikte materialen
Zij vroeg 6 kunstenaars die werken met hergebruikte materialen om unieke meubels te maken voor haar Art Suite. Dat was 12 tot 15 jaar geleden nog een bijzonderheid. Nu is circulair denken al een stuk verder ontwikkeld.
Fietsbanden
Hotel Pincoffs kreeg lampen van zeekaarten, mozaïeken van scherven Delfts Blauw, een tafel gezaagd uit een dukdalf, een kast van vilten ondertapijt, schommelstoelen gestoffeerd met oude postzakken en nachtkastjes van fietsbanden… Ook hing er een naaktportret van Van Ginneken, maar niet zelden vroegen assistentes van hooggeplaatste gasten of die foto tijdelijk mocht worden verwijderd, bang als ze waren voor de reacties van hun gasten.
De foto’s van de Art Suite belandden op de pagina’s van gerenommeerde buitenlandse kranten en tijdschriften, waaronder de City Guide van Wallpaper Magazine.
Van Ginneken zorgde er voor dat enkele bedrijven met het predicaat Koninklijk sponsor werden van haar Art Suite Project, waaronder verfleverancier Talens en de Porceleyne Fles uit Delft. De fietsbanden voor de nachtkastjes en de kofferhouder werden gesponsord door Vredestein.
Painted Ladies
Liesbeth van Ginneken verwierf naam als kunstenaar met haar vaak monumentale werken. Het mocht groots en meeslepend zijn. Deze series en exposities van haar schilderijen kregen bijzondere namen mee als Wait to be seated, the wedding (1998), Empty suits & Worn out jackets (1999), Warm beer/Cold women (2000), Firma List en Bedrog (2001), Painted Ladies (2002), Virgin Reality Room, (2003), Mokkels (2003) en The Feeling to Perform (2008). De monumentale serie Painted Ladies leverde uiteindelijk 7 grote werken op van 2 bij 2,5 meter, waaronder Mooie Rooie.
Van Ginneken maakt ook buitenkunst voor onder meer scholen en gevangenissen. In 2001 presenteerde ze, in het kader van Rotterdam als Culturele hoofdstad van Europa het project Going Dutch. Bij dit initiatief werd de stad getransformeerd tot een openluchttentoonstellingsruimte op reuzenformaat.
Liesbeth van Ginneken studeerde mens en communicatie aan de Design Academy Eindhoven van 1984 tot 1986, en monumentale vormgeving aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch van 1986 tot 1990.
(Voor de bovenstaande tekst werd gebruikgemaakt van informatie van Suitehotel Pincoffs, Wikipedia en Rotterdam Vandaag & Morgen)
——–
Kees Weeda, hoofd Kunstzaken bij de Gemeente Rotterdam en later Algemeen Secretaris van de Raad voor Cultuur, leerde Liesbeth van Ginneken kennen in het midden van de jaren 90. Hij schreef, vlak voor de crematie op 11 juni 2019, de onderstaande tekst over haar:
‘Een warme, gepassioneerde kunstenaar van het grote gebaar en de precieze emotie’
,,Midden jaren ’90 werd Liesbeth samen met twaalf jonge, talentvolle kunstenaars uitgenodigd door de afdeling Kunstzaken van de gemeente Rotterdam om een plan te ontwikkelen dat zou aansluiten bij hun wensen en behoeften. Liesbeth ging op de uitnodiging in en vroeg zich – kritisch als altijd – af of de gemeente er zich niet al te gemakkelijk van afmaakte. De afdeling Kunstzaken was er toch voor om te wéten wat jonge kunstenaars nodig hadden en werden die jonge talenten niet al te gemakkelijk gebruikt om een gebrek aan visie te verhullen? Maar natuurlijk zag ze de kansen en zette ze haar schouders eronder.
Droomfabriek
Een paar maanden later lag er een plan waar de gemeente niet minder dan drie miljoen gulden voor over had. De ‘Droomfabriek’ heette het plan en die naam kan heel goed uit de koker van Liesbeth zijn gekomen. Een gebouw met ateliers, werkplaatsen, presentatieruimten voor beeldend kunstenaars, dansers, musici, etc. Ze was er heel tevreden over.
Ondernemend kunstenaar
Liesbeth was een ‘ondernemende kunstenaar’, ver voordat de overheid bij de beeldende kunstacademies was gaan aandringen op meer aandacht voor de zakelijke kanten van de beroepspraktijk.
Wie als klant, opdrachtgever of zomaar als geïnteresseerde in kunst met de kunstenaar Liesbeth in aanraking kwam, leerde ook Liesbeth de ondernemer kennen. Oók als ondernemer, zeg ik er nadrukkelijk bij, want ondanks haar aandacht voor de materiële kant, was zij eerst en voor al kunstenaar.
Consequent verzon ze titels voor haar reeksen schilderijen die aan een kant de kern van haar eigen verbeelding uitdrukte, maar waardoor aan de andere kant een geïnteresseerde koper ook een verbinding kon leggen met, laten we zeggen, een gebeurtenis in zijn of haar huwelijk.
Voor die series bedacht ze aansprekende titels, zoals bijvoorbeeld: Warm beer/Cold women (2000), Firma List en Bedrog (2001). En natuurlijk de monumentale serie Painted Ladies (2002).
Scherpe artistieke blik
Met die combinatie van eigenschappen zette Liesbeth in 2001 een fantastisch project op de kaart. Rotterdam was Culturele Hoofdstad van Europa, een benoeming waarmee een stad in Europa zich een jaar lang kan presenteren met veel uiteenlopende activiteiten.
Liesbeth presenteerde haar plan Going Dutch. Ze wilde op 23 gevels van 23 belangrijke gebouwen in de stad een gigantisch uitvergrote versie van een kunstwerk bevestigen. Reproducties van Mondriaan tot Andy Warhol.
Haar idee werd omarmd en ze toog aan de slag. Met een kleine basissubsidie vanuit de organisatie Culturele Hoofdstad slaagde ze er in 23 ondernemingen en organisaties over te halen geld en een deel van hun gevel beschikbaar te stellen voor een kunstwerk. En ook hier weer was de titel een subtiele verwijzing. Misschien dat niet iedereen de Engelse uitdrukking Going Dutch kent, maar ze betekent zoveel als ‘iedereen betaalt voor zichzelf’.
De deelnemers aan het project moesten dus zelf de kosten voor het aanbrengen van de kunstwerken betalen en dat kon oplopen tot zo’n 50.000 euro per werk. Liesbeth behaalde er terecht veel publiciteit mee. Het Algemeen Dagblad bracht het zelfs groot op de voorpagina.
Brussel
In 2004 raakte Rotterdam als inspiratiebron opgedroogd en Liesbeth vertrok naar Brussel waar ze vier jaar verbleef. Maar na 4 jaar kwam ze terug naar Rotterdam. Ze ging aan de slag in de communicatie bij Arminius, het debatcentrum van Rotterdam. Ook dat tekent haar drive naar onafhankelijkheid. Als de kunst te weinig opbracht of er niet genoeg inspiratie was, zorgde ze op een andere manier voor haar inkomen. Een bewonderenswaardige opstelling in een sector waar subsidie soms de eerste bron is waaruit wordt getapt.
Monumentaal en teder
Liesbeth is – niet was – ze is nog steeds een kunstenaar van monumentaal, hoofdzakelijk figuratief werk. Kleur is haar vertrekpunt, van daaruit bouwt ze naar betekenis en zet ze de inspiratie die ze haalt uit de wereld en de mensen die ze kent om in doorgaans heel grote schilderijen. Liesbeth lijkt daardoor een kunstenaar van het grote gebaar, maar als je goed naar die grote werken kijkt, zie je de tederheid waarmee de schilderijen zijn opgebouwd.
Mensen
Er staat geen mens op haar schilderijen, heeft Robbert Roos eens treffend gezegd, en toch voel je hun aanwezigheid in elk werk. Preciezer kun je de symbiose van de kunstenaar Liesbeth van Ginneken en haar werk niet typeren. Een warme, gepassioneerde kunstenaar van het grote gebaar en de precieze emotie. Een kunstenaar die liet zien hoezeer ze het leven liefhad. Het leven dat niet altijd even gemakkelijk was, maar dat zag je niet in haar werk: daar zag je het vrolijke, optimistische meisje uit Roosendaal dat naar de grote stad was gekomen om kunstenaar te worden.
En daar is ze in geslaagd, ook al was ze nog lang niet klaar.”